Corticosteroïden voor hielspoor uit het verdomhoekje?
Wantrouwen voor corticosteroïdeninjecties
Het was bijna een vies woord geworden. Iets wat op een poli alleen fluisterend uitgesproken mocht worden als er écht niemand keek. “Hee psssttttt, ja, kom even dichterbij, ik stel een corticosteroïdeninjectie voor je pees voor. Maar wat er ook gebeurt; mondje dicht hè!”.
Wanneer ik op mijn poli over een injectie met corticosteroïden begin, springen ogen van patiënten geregeld op standje wantrouwen. Partners en vrienden worden angstvallig aangekeken. Alarmfase 3, het woord is gevallen. Hun fysio had namelijk nog zo gezegd dat ze zich een dergelijke injectie niét moesten laten aansmeren. Het is dan soms best even praten om het vertrouwen tijdens een consult weer terug te winnen.
En dat snap ik ook.
Deense studie
Voor verschillende peesproblemen is namelijk aangetoond dat klachten na corticosteroïden binnen enkele weken afnemen. Maar óók is duidelijk dat de pees daarna geleidelijk steeds weer gevoeliger wordt, totdat men terug bij af is. Bij hielspoor, klachten van de peesplaat onder de voet, gold hetzelfde liedje. Dus ja, waarom er dan mee beginnen als er ook nog eens bijwerkingen door de prik op zouden kunnen treden?
Twee weken geleden verscheen er een Deense studie, in een goed wetenschappelijk blad, waar ook professor Michael Kjaer aan deelnam. Hij wordt gezien als dé peesgoeroe van de wereld, dus het kon geen rommelstukje zijn. In deze studie werden drie groepen mensen met hielspoor vergeleken. Wanneer krachttraining en rekken van de peesplaat werden gecombineerd met een corticosteroïdeninjectie, hadden mensen op de korte (3 maanden) en lange (2 jaar) termijn minder last van hun voet dan de andere groepen. Daarbij werd alleen een injectie gegeven of alleen getraind. En een injectie leidde zelfs niet tot een toename van bijwerkingen.
Toch een prik
Deze week zag ik op de poli meerdere mensen met hielspoor en moest dan vaak aan professor Kjaer en zijn studie denken. Één zwaluw maakt nog geen zomer en er passeerden heel wat patiënten, waarbij er geen sprake van was dat een injectie met corticosteroïden ook maar ter sprake kwam. Toch waren er ook twee dames die nog niet eens honderd meter konden lopen, laat staan lekker konden sporten. Toen bleek dat zelfs ontlasten of trainen niet had gewerkt, fluisterde de professor weer in mijn oor en adviseerde ik hen een injectie met corticosteroïden te overwegen.
Zonder de Deense studie had ik dat minder snel voorgesteld. Maar nu zó duidelijk bleek dat het aantal bijwerkingen beperkt was én dat mensen minder klachten ervoeren, adviseerde ik het toch. In de hoop dat hierna de training en andere behandelvormen weer herstart konden worden.
Juiste spoor
De tijd van het je-mond-moeten-spoelen-met-zeep na het noemen van het C-woord bij hielspoorklachten lijkt met de Scandinavische studie voorbij. Maar ezeltje-prikje-met-corticosteroiden-taferelen moeten we nu ook weer niet willen. Een arts kan nu in sommige gevallen van hielspoor in elk geval met droge ogen een injectie met corticosteroïden voorstellen. Allemaal met de hoop om de hiel van degene met last weer op het juiste spoor te krijgen.