De ene hamstring blessure is toch echt de andere niet

Hamstringblessures lijken bij voetbal te horen, zoals de blauwe envelop verbonden is aan de belastingdienst. Soms beheersen hamstring blessures de sportmedia zelfs, helemaal als ze aan het been van Messi, Ronaldo of Robben toebehoren. Ook dit WK in Rio de Janeiro kent z'n talrijke hamstring slachtoffers. In het Nederlandse kamp was Leroy Fer op de training de klos kort na de wedstrijd tegen Chili. In de wedstrijd van Ghana tegen de Verenigde Staten liepen maar liefst twee verschillende spelers van de USA een hamstring blessure op.

De ene hamstring blessure is toch echt de andere niet

Opvallend was dat er door het Amerikaanse team voor de twee blessures een verschillende prognose werd afgegeven. Zo zou Besler spoedig weer aan spelen komen en leek het duidelijk dat Altidore best wel eens een aantal wedstrijden zou kunnen missen. Door druk van onder andere de media zijn teams vaak geneigd een uitspraak te doen over de prognose van het herstel van een (hamstring) blessure. De vraag is echter of deze prognose wel zo nauwkeurig te geven is.

De prognose van een hamstring blessure wordt over het algemeen bepaald door de medische staf van een team. Deze staf geeft advies aan de coach die vervolgens besluit een speler wel of niet op te stellen. Maar waar wordt de prognose eigenlijk op gebaseerd? Gaat t om fingerspitzengefühl of kan de wetenschap nog een helpende hand toesteken?

Het lijkt er steeds meer op dat bij topsporters een combinatie van lichamelijk onderzoek en een MRI (Magnetic Resonance Imaging) de prognose in ieder geval kan ondersteunen. Wanneer lichamelijk onderzoek gebruikt wordt voor het stellen van de prognose wordt vaak gebruik gemaakt van de mogelijkheid het been te strekken bij liggen op de rug (passive knee extension test). De regel die dan geldt is; hoe minder het geblesseerde been te strekken is vergeleken met het andere been, des te langer zal het herstel op zich laten wachten.

Bij het verrichten van een MRI wordt door de teamarts en radioloog met name gekeken naar de uitgebreidheid van de afwijking op deze scan. Wordt er geen afwijking gezien (graad 0) dan duurt het herstel het kortst, en wanneer er veel vocht wordt gezien (graad 2) duurt het herstel langer.

Een MRI draaien en klaar is Kees of Messi? Helaas is het niet zo simpel. Zelfs bij een zelfde type hamstring blessure op MRI kan het zijn dat de ene speler een stuk sneller weer rennend over het veld kan worden bewonderd dan de andere. Er bestaat een behoorlijke spreiding in de dagen tot herstel binnen de verschillende typen hamstring blessures. Dat maakt ‘t voor een medische staf dan ook extra moeilijk een uitspraak te doen over de prognose.

Ervaring, fingerspitzengefühl en boerenwijsheid toevoegen aan de uitslag van de MRI en lichamelijk onderzoek maakt een uitspraak doen over de duur van herstel geloofwaardiger en dit is dan ook een kunst. Toch geldt; een betrouwbare uitspraak doen of Altidore en Fer na hun hamstring blessure in de 1/8 ste finale aan kunnen treden met een fit bovenbeen is nog steeds knap lastig.

Wat de medische staf wel altijd kan zeggen is: de ene hamstring is de andere niet. Te bezien valt echter of een coach met zo’n uitspraak tevreden zal zijn.

Deel deze pagina