Sportblessures tijdens de Paralympische Spelen
In Rio zag ik dat Marlou van Rhijn tijdens de Paralympische Spelen in Rio de Janeiro wat langzamer uit de startblokken kwam dan de rest van de sprintsters in haar serie op de 200 meter. Ze wilde aanzetten in de bocht om dan net als vele races hiervoor uiteindelijk als eerste over de streep te komen in het Olympisch Stadion. Toch haperde ze bij het versnellen en leek er wat mis.
De protheses van de Blade Babe zaten los en een toptijd zat er voor Marlou niet in. Met kunst en vliegwerk haalde ze toch de finale met gerepareerde blades en won daarin uiteindelijk voortreffelijk goud. Mensen met aangeboren verkorte onderbenen, waarvoor blades worden gedragen zullen natuurlijk nooit last krijgen van hielpijn. De vraag is wel of ze daarvoor in de plaats niet sneller last van andersoortige blessures kunnen krijgen.
Biomechanica tijdens het hardlopen
Om dit te onderzoeken verscheen er een aantal maanden geleden een Amerikaanse studie in het tijdschrift PlosOne, die keek naar de biomechanica tijdens het hardlopen bij mensen zonder en mensen met één of twee prothesen. Hierbij waren de mensen met prothesen allen sprinters op Paralympisch niveau. Wat uit het onderzoek bleek was dat de zijwaartse stabiliteit bij hogere rensnelheden lastig te bewaren was voor alle deelnemers. Er waren echter helemaal geen verschillen tussen Paralympische sporters met één prothese en sprinters zonder prothese. Sprinters met twee prothesen hadden het meeste moeite met het bewaren van stabiliteit.
Elke schakel en gewricht in het lichaam is belangrijk
Natuurlijk zullen sporters met twee onderbeenprothesen geen hielklachten ontwikkelen. Wel hebben ze door veranderde biomechanica meer kans op overbelasting van structuren die stabiliteit waarborgen. In plaats van hielpijn zullen Paralympische sprinters eerder last krijgen de heupstabilisatoren en de onderrug. De moraal van dit verhaal? Elke schakel en gewricht in het lichaam is belangrijk. Wanneer een schakel geblesseerd of gewoon weg niet aanwezig is, moeten andere schakels meer krachten opvangen en soms ook anders functioneren. Paralympische topsport in Rio maakte weer eens duidelijk dat we als behandelaars niet moeten focussen op een gewricht met klachten, maar de hele keten van gewrichten altijd en nooit niet in ons denken moeten meenemen. Met andere woorden: ketenzorg maakt sportzorg ook buiten de topsport top.