Dit is een kopie van het artikel “Langdurig gezonde sporter heeft grotere kans optimaal te presteren”, door Tessa de Wekker uit het het magazine SportGezondheidsZorg d.d. april 2024.

“Langdurig gezonde sporter heeft grotere kans optimaal te presteren”

Over iets meer dan een maand beginnen de Olympische Spelen. Namens Nederland komen zo’n 280 sporters in actie. Zij worden in Parijs begeleid door tien artsen, twintig fysiotherapeuten en een handvol sport(zorg)masseurs. In de voorbereiding waren echter veel meer (para)medici betrokken. Een goede samenwerking tussen sporter, (para)medische begeleiding en coaching staf is essentieel, zegt Maarten Moen, chef arts van TeamNL. “Wie fysiek en mentaal gezond kan trainen, zal minder uitvallen, beter presteren en uiteindelijk gezonder blijven.”

Moen vertelde onlangs tijdens het Rotterdam Marathon sportmedisch congres over de medische begeleiding tijdens en in voorbereiding op de Olympische Spelen. Duurzame inzetbaarheid is daarbij de visie van NOC*NSF. “We gaan voor zo veel mogelijk gezonde trainingsuren en verantwoord presteren. Het is onverstandig om sporters in één keer op te branden voor een eenmalige topprestatie. Als iemand langdurig gezond inzetbaar is, is de kans op optimale prestaties veel groter.”

“Langdurig gezonde sporter heeft grotere kans optimaal te presteren”

“Het is steeds duidelijker geworden dat ook wij als medische staf meewerken aan de prestatie”

Minder botsing

De (top)sportgeneeskunde heeft een lange weg afgelegd. Moen vertelt het verhaal van de marathon tijdens de Olympische Spelen van 1904 in Saint Louis die werd gelopen in een temperatuur van 28 graden Celsius. De Amerikaan Thomas Hicks won, maar water had hij onderweg niet te drinken gekregen. Wel kreeg hij twee keer een ei, een slok brandy en ongeveer 1 milligram strychnine. Dit giftige goedje werd toentertijd gebruikt om spiercontracties te versterken en het hart beter te laten werken, maar is later vooral bekend geworden als rattengif. Na de finish stortte Hicks in elkaar. Hij werd met een brancard weggevoerd en pas de volgende dag werd hij wakker en kon hij zijn prijs in ontvangst nemen. Het had weinig gescheeld of de strychnine had hem het leven gekost. “De medische zorg bij de Spelen was toen niet zo fantastisch. Gelukkig weten we tegenwoordig een stuk beter wat wel en niet goed is voor prestatie én gezondheid”, zegt Moen.

Die twee gaan steeds vaker hand in hand. In een iets minder ver verleden dan 1904 stond de visie van de topsportgeneeskunde nog wel eens op gespannen voet met die van de coaches. De coaches gingen voor de optimale prestatie, de medische staf werd erbij gehaald als er een medisch probleem gefixt moest worden. Moen: “Er is steeds minder botsing tussen gezondheid en de prestatiekant. Een gezonde sporter presteert langdurig beter. Het is steeds duidelijker geworden dat ook wij als medische staf meewerken aan de prestatie. Door dat besef kunnen we nog beter zorgen voor de gezondheid van topsporters. Dat gezond blijven geldt trouwens ook voor na de sportcarrière.”

Preventiepiramide

In het kader van zowel de prestatie als de gezondheid van de atleten, is preventie heel belangrijk. Dan gaat het zowel om blessurepreventie als het voorkomen van infectieziekten vlak voor of tijdens een belangrijk toernooi.

Voor blessurepreventie heeft TeamNL een zogenaamde preventiepiramide ontwikkeld om preventie systematisch aan te pakken. De piramide kent vijf niveaus. Bij niveau 1 is het belangrijk om iedereen in de begeleidingsstaf op één lijn te krijgen en op ervaring gebaseerd tot een preventieplan te komen. Bij niveau 2 wordt er gewerkt aan een preventieplan op basis van datacollectie, zodat de topdrie blessures verminderd kunnen worden. In niveau 3 worden de risicofactoren voor de blessures in de topdrie bepaald.

Uiteindelijk geldt voor niveau 5 dat er door de tijd heen factoren worden gemeten die waarschijnlijk met het ontstaan van blessures en ziekten te maken hebben en dat berekend wordt of dat ook zo is. Op dit niveau leiden analyses daarmee uiteindelijk tot een aangescherpt preventieplan. “Ik ben zelf betrokken bij de waterpolo-vrouwen. We kunnen na een tijd lang meten en verzamelen inmiddels voorspellen dat bij een bepaalde combinatie van factoren speelsters een maand later twee keer zoveel kans hebben op een overbelastingsblessure”, legt Moen uit.

“Het is onverstandig om sporters in één keer op te branden voor een eenmalige topprestatie”

Lessen

Sinds de coronaspelen van Tokio en Beijing is ook preventie van infectieziekten nog meer op de radar van de sportmedische begeleiding van TeamNL komen te staan. De (soms bikkelharde) lessen die tijdens de pandemie zijn geleerd, worden ook in de voorbereiding op Parijs en andere grote evenementen meegenomen. Moen: “Atleten hoeven als ze een infectie oplopen niet per sé doodziek op bed te liggen. Maar het zal wel de prestatie verminderen.” Na jaren trainen voor het moment suprême willen sporters en staf dat heel graag voorkomen.

In Tokio lag het aantal sporters dat ziek werd een stuk lager dan tijdens eerdere Olympische Spelen. “Er waren voorafgaand en op de Spelen zelf natuurlijk veel hygiënemaatregelen, er was veel awareness en we droegen allemaal een mondkapje.” Iedereen moest wel, want wie corona kreeg, werd opgesloten in een apart hotel en kon presteren op de Spelen vergeten.

Eigen maatregelen

Inmiddels zijn die draconische maatregelen gelukkig verleden tijd. Maar dat maakt het wel lastiger om het bewustzijn bij atleten hoog te houden. Want wie straks in of vlak voor Parijs een infectie oploopt wordt dan misschien niet meer opgesloten in een hotel, hij of zij kan een topprestatie waarschijnlijk wel vergeten. Preventieve maatregelen, tegen corona maar ook veel andere infectieziekten, zijn dus nog steeds belangrijk. Moen: “Het is niet voor niets dat we al jaren zeggen: was vaak je handen. Dat is geen sexy boodschap, maar wel belangrijk. Ook geven we nog steeds geen handen en hebben we altijd handalcohol bij ons. We raden sporters aan om drukke ruimtes te vermijden en twee weken voor vertrek naar de Spelen geen drukke bijeenkomsten meer te bezoeken. Ook gaan de mondkapjes weer mee naar Parijs, voor in de bus en de metro.”

Met die eigen maatregelen hoopt Moen dat het aantal zieke atleten beperkt kan worden. Op verschillende manieren probeert de medische staf sporters te overtuigen van het nut. “Een aantal prominente sporters legt aan collega’s het belang uit. We hebben ook een podcast gemaakt. Op die manier moeten atleten gaan voelen hoe belangrijk preventie is. Dat hebben we in Tokio en Beijing wel geleerd.”

Deel deze pagina