Interview met Werkgroep Huisartsgeneeskunde & Internationale Gezondheidszorg
Ook als huisarts een mogelijkheid
Ondanks het thema ‘ziek terug’ en de conclusie dat er eigenlijk bijna nooit topsporters ziek terug komen, vinden we het wel interessant jullie meer te vertellen over deze bijzondere tak van de medische wereld. Daarnaast is NOC*NSF op dit moment naarstig op zoek naar nieuwe huisartsen die het topsport-artsen wereldje willen komen versterken. Wat dit betekent en hoe je dit verder kan aanpakken lees je in het volgende interview.
Kan je iets vertellen over jezelf, jouw loopbaan tot nu toe en hoe je als sportarts bij de Olympische Spelen terecht gekomen?
Ik ben als sportarts werkzaam bij Bergman Clinics en sinds 11 jaar ook bij de medische staf van NOC NSF (Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie). Recent heb ik mijn collega Cees-Rein van den Hoogenband opgevolgd als chefarts van NOC*NSF. Binnen NOC NSF zijn er verschillende portefeuilles die ik bekleed waarvan sommigen meer achter de schermen en anderen duidelijker zichtbaar. Zo heb ik mezelf de afgelopen jaren bezig gehouden met de kwaliteit van de medische zorg binnen NOC NSF en gekeken hoe artsen zich verder kunnen ontwikkelen met behulp van bijvoorbeeld nieuwe medische technologieën. Daarnaast ben ik als sportarts werkzaam bij diverse bonden als teamarts voor Olympische ploegen. Tenslotte ga ik al enkele jaren mee naar de Olympische Spelen en Paralympische Spelen.
Je werkt binnen NOC NSF dus onder andere als teamarts van nationale teams, wat houdt dat precies in?
Als teamarts heb je een medisch coördinerende functie waarbij je eerste aanspreekpunt bent voor alle topsporters in jouw olympische team. Dit betekent dat je jouw teamleden goed moet leren kennen en een sterke band moet opbouwen. Als er een probleem is dan word jij als eerste gebeld en als het niet geheel in mijn vakgebied als sportarts valt hebben we gelukkig een groot netwerk van specialisten waarmee we samenwerken. De groep van artsen werkzaam als teamarts van de Olympische en Paralympische nationale teams noemen we onze ´topsportartsen´. Deze groep bestaat uit orthopeden, traumatologen, sportartsen en verschillende huisartsen. Daarnaast werken we samen met expert groepen, zoals longartsen, cardiologen, radiologen, orthopeden etc. Belangrijk is te benoemen dat we het belangrijk vinden samen te werken met de eigen huisarts van de topsporter, om deze op de hoogte te houden en erbij te betrekken indien nodig.
Dus als huisarts zou je ook in de topsport kunnen werken?
Jazeker, omdat je als huisarts zo allround bent is het erg fijn om meerdere huisartsen als topsportarts te hebben. We zoeken op dit moment ook nog 2-3 huisartsen die het leuk zouden vinden om zich aan te sluiten bij ons. Je moet erg flexibel kunnen zijn, meedenken op niveau van topsport en hier dus een bepaalde band mee voelen. We selecteren streng, maar ik kan zeggen dat eenmaal aan boord je een prachtige functie vervult.
Wat voor rol heb je als teamarts op de Olympische Spelen, ben je preventief bezig of is het meer reactief aldaar?
De core business blijft het oplossen van de problemen die er zijn, maar het liefst wil je problemen voorkomen. Preventie is dus ook erg belangrijk. Wat we de laatste jaren meer zijn gaan doen is het monitoren van sporters om goed in de gaten te houden hoe het nu echt met de sporters gaat. Er zijn veel verschillende tools om dit te doen en per persoon moet je die toe- en aanpassen. Het is belangrijk een topsporter te beschermen tegen het opbranden, maar tegelijkertijd wil je ook niet teveel remmen, want er moet natuurlijk ook getraind worden. Hierin moet dus een balans worden gezocht en die is voor iedereen weer anders.
Mag je alle medicatie wel geven aan topsporters of beïnvloedt dat hun prestatie dan wel doping risico?
Er is een duidelijke lijst met doping geduide middelen waarbij staat aangegeven wat wel en niet gegeven mag worden. Er zijn hiernaast veel supplementen online te koop waarbij de kans op verontreiniging (dat er een andere middel in zit dan wordt aangegeven op de verpakking) ongeveer 2% is. Daarnaast is voeding in het buitenland ook een risico aangezien in sommige landen dopingachtige middelen hierbij worden gebruikt. Voor beide risico’s waarschuwen we vaak, want hierdoor positief testen is wel het laatste wat je als topsporter wil.
Zie je door de andere omstandigheden daar (hitte, hoogte etc.) sporters vaker ziek terugkomen? Met welke symptomen of ziektes?
Eerlijk gezegd niet. We kijken vooraf gedetailleerd ook met reizigersadvisering naar de risico’s van de landen waar we heen gaan. Zo kunnen we preventieve maatregelen nemen waaronder bijvoorbeeld vaccinaties. Wat we ook vaak proberen is om lokale artsen te betrekken die goed mee kunnen denken over de specifieke risico’s in de gebieden waar we heen gaan. Daarnaast is het bewegingspatroon van een topsporter vaak beperkt in het land waar men heen gaat omdat de focus ligt op het sporten en niet het land ontdekken, hierdoor zijn de risico’s op ziektes ook verkleind.
Wij als huisarts zien soms ook amateur sporters die op hoog niveau hun sport in het buitenland uitoefenen, zoals marathonlopers. Hoe kunnen wij hen het beste voorbereiden om preventief te werken en ziek terug te voorkomen? En waar zouden wij als huisarts hen heen kunnen verwijzen?
Het belangrijkste is het meedenken met de sporter naar wat zijn of haar wensen zijn. Daarbij kan je samen epidemiologisch kijken naar wat de risico’s zijn in dat land. Stel dat ze ziek terugkomen ligt het aan het probleem waar je de patiënt het beste naar toe kan verwijzen. Voor overleg kan een topsportarts hier dan zeker een rol in spelen.