Effect prolotherapie injectie op peesweefsel

Sinds de jaren ’50 wordt voor verschillende peesklachten (bijvoorbeeld voor de schouderpees, achillespees en de tenniselleboog) naast oefentherapie ook prolotherapie toegepast (Hackett et al. Am J Surg 1955). Prolotherapie is een vorm van behandeling met een injectie, waarbij door middel van een hoge concentratie van een goedaardig middel, namelijk glucose, oftewel suiker, de pees wordt bewogen tot versterken. Je zou ook kunnen zeggen dat de pees door “gepest” te worden door de suikeroplossing uitgedaagd wordt tot het weerbaarder maken van het peesweefsel.

In de praktijk en uit verschillende onderzoeken wordt duidelijk dat peesklachten kunnen verbeteren na injectie met prolotherapie, zie hiervoor de referenties hieronder. Hoe is dat dan te verklaren en hoe werkt dat “pesten” nou precies? Dat proberen we u hieronder uit te leggen aan de hand van een interessante studie, die nauwkeurig bekeek wat er gebeurt met peescellen als die bloot gesteld worden aan prolotherapie. Voor meer informatie kunt u op deze link klikken.

Het idee van prolotherapie is om een lokale ontsteking uit te lokken, die zorgt voor een cascade, die uiteindelijk moet zorgen sterker maken van een pees. Vermoed werd dat dit door prolotherapie indirect werd gedaan doordat de uitgelokte ontsteking zorgt voor het aantrekken van cellen die collageen, een bouwsteen van pezen, extra kunnen aanmaken. Echter, bewijs hiervoor was lange tijd niet voorhanden. Tot de studie van Ekwueme en collega’s uit 2017.

Effect prolotherapie injectie op peesweefsel

Voor hun studie werden losse peescellen verzameld van hamstrings en achillespezen, waarna er hieraan prolotherapie (met o.a. glucose) werd toegevoegd. Er werden hierna verschillende zaken gezien. Ten eerste werd de activiteit van peescellen minder en werd er (in eerste instantie) juist minder collageen door de cellen geproduceerd. Ook werd gezien dat prolotherapie inderdaad leidde tot een ontstekingsreactie.

Dat prolotherapie leidt tot een effect op peescellen en peesweefsel was na deze studie duidelijk. Of prolotherapie daarmee uiteindelijk ook echt pezen versterkt is door niemand op celniveau nog uitgezocht. Dat zal de toekomst ons moeten leren. Tot die tijd kijken we vooral naar studies met prolotherapie, die werden uitgevoerd bij verschillende peesklachten en het effect hiervan op klachten. Een aantal van deze studies, met overwegend positieve uitkomst, worden hieronder opgesomd.

Referenties

Veelgestelde vragen

Meer veelgestelde vragen

Ik ben geen (top)sporter, kan ik bij dr. Moen terecht?

Ja, u kunt bij dr. Moen terecht, ook als u geen (top)sporter bent. Zijn expertise richt zich op sportgeneeskunde en blessures, maar hij behandelt ook andere bewegingsgerelateerde klachten bij mensen van alle niveaus.

Recente publicaties

Bekijk alle publicaties

  • 28 november 2024

    Natuurlijk beloop bij achillespeesklachten

  • 07 november 2024

    Het weer van invloed op klachten knieslijtage

  • 12 augustus 2024

    Seine-sational

  • 17 juli 2024

    Interview met Maarten Moen als chefarts NOC*NSF op weg naar Parijs

  • 10 juli 2024

    Geen hand, maar een boks voor Nederlandse sporters op Spelen

  • 04 juli 2024

    “Langdurig gezonde sporter heeft grotere kans optimaal te presteren”

  • 25 april 2024

    De beste zorg voor de beste sporters

  • 21 maart 2024

    ‘Vaar bij gendervragen in de (top)sport niet alleen op testosteronwaarden’

  • 01 maart 2024

    Openheid nodig over eetstoornissen in de topsport

  • 29 februari 2024

    Hoe spiertraining voetklachten kan verzachten

arrow_circle_left arrow_circle_right
Dr. Maarten Moen is werkzaam bij NOC*NSFDr. Maarten Moen is werkzaam bij Bergman Clinics

Ontmoet dr. Maarten Moen

Dr. Moen werkt al 12 jaar bij NOC*NSF is daar sinds 2 jaar chefarts van TeamNL, ook tijdens de Olympische Spelen. Daarnaast is hij sport- en bewegingsarts bij Bergman Clinics.

Verder is hij auteur en worden er regelmatig artikelen van zijn hand gepubliceerd. Ook is hij werkzaam als gastspreker en moderator voor presentaties.

Meer over dr. Moen