Hoe herkent de specialist artrose van de knie?

Vaak weten mensen zelf al dat knieklachten bestaan door slijtage. Vaak is er door de huisarts al een röntgenfoto gemaakt en komen mensen rechtstreeks voor advies wat er aan te doen.

Hebben mensen nog geen idee dat artrose van de knie een rol zou kunnen spelen, dan is het klachtenpatroon in combinatie met het onderzoek van de knie vaak al zo verdacht dat er gericht aanvullend onderzoek aan wordt gevraagd om het (sterke) vermoeden te bevestigen.

Aanvullend onderzoek

Röntgenfoto

Het meest aangevraagde onderzoek bij een verdenking op artrose van de knie is een röntgenfoto. Deze wordt ook vaak aangevraagd als onderdeel van het inschatten van de ernst van de slijtage.

Op een röntgenfoto is het kraakbeen niet te zien, maar wel de afstand tussen het bovenbeen en het onderbeen. Deze afstand is een afgeleide van de dikte van het kraakbeen. Is de afstand tussen de botten verminderd, dan is de kans heel groot dat de kraakbeendikte is verminderd.

Rontgenfoto van een rechter knie met slijtage Rontgenfoto van een rechter knie met slijtage
Röntgenfoto van een rechter knie met slijtage (versmalling) aan de binnenzijde van de knie en achter de knieschijf

Past de röntgenfoto bij het verhaal van degene met klachten en het lichamelijk onderzoek, dan is geen verder aanvullend onderzoek nodig. Wanneer getwijfeld wordt of kraakbeenvermindering echt wel de oorzaak is van de klachten, dan kan aanvullend een MRI-scan worden gemaakt.

MRI

Op een MRI-scan is kraakbeen goed af te beelden en ook de meniscus en in mindere mate het slijmvlies van de knie. Op deze manier is de ernst van de schade goed in kaart te brengen.

Belangrijk om te weten is dat er verscheidene studies zijn geweest die een MRI-scan maakten van mensen van allerlei leeftijden die helemaal geen knieklachten hadden. Daaruit blijkt dat naar mate men ouder wordt er bij mensen zonder klachten steeds meer ‘afwijkingen’ worden gevonden. Deze ‘afwijkingen’ zijn eigenlijk beter geen ‘afwijkingen’ te noemen, maar passend bij de leeftijd.

Alleen beslissingen nemen qua behandeling op basis van een MRI of andere vorm van aanvullend onderzoek is daarmee niet aan te raden. Altijd moet worden getoetst of de gevonden afwijkingen op een MRI / röntgenfoto passen bij het verhaal wat iemand vertelt en het lichamelijk onderzoek.

Veelgestelde vragen

Meer veelgestelde vragen

Ik ben geen (top)sporter, kan ik bij dr. Moen terecht?

Ja, u kunt bij dr. Moen terecht, ook als u geen (top)sporter bent. Zijn expertise richt zich op sportgeneeskunde en blessures, maar hij behandelt ook andere bewegingsgerelateerde klachten bij mensen van alle niveaus.

Recente publicaties

Bekijk alle publicaties

  • 07 november 2024

    Het weer van invloed op klachten knieslijtage

  • 12 augustus 2024

    Seine-sational

  • 17 juli 2024

    Interview met Maarten Moen als chefarts NOC*NSF op weg naar Parijs

  • 10 juli 2024

    Geen hand, maar een boks voor Nederlandse sporters op Spelen

  • 04 juli 2024

    “Langdurig gezonde sporter heeft grotere kans optimaal te presteren”

  • 25 april 2024

    De beste zorg voor de beste sporters

  • 21 maart 2024

    ‘Vaar bij gendervragen in de (top)sport niet alleen op testosteronwaarden’

  • 01 maart 2024

    Openheid nodig over eetstoornissen in de topsport

  • 29 februari 2024

    Hoe spiertraining voetklachten kan verzachten

  • 20 december 2023

    Shin splints verdient nog meer aandacht

arrow_circle_left arrow_circle_right
Dr. Maarten Moen is werkzaam bij NOC*NSFDr. Maarten Moen is werkzaam bij Bergman Clinics

Ontmoet dr. Maarten Moen

Dr. Moen werkt al 12 jaar bij NOC*NSF is daar sinds 2 jaar chefarts van TeamNL, ook tijdens de Olympische Spelen. Daarnaast is hij sport- en bewegingsarts bij Bergman Clinics.

Verder is hij auteur en worden er regelmatig artikelen van zijn hand gepubliceerd. Ook is hij werkzaam als gastspreker en moderator voor presentaties.

Meer over dr. Moen