Prolotherapie
Bij prolotherapie wordt er in en rondom de pees geinjecteerd met hooggeconcentreerd glucose in combinatie met een pijnstiller (Ryan et al. Br J Sports Med 2011) . De patellapees wordt door deze hooggeconcentreerde mix geprikkeld en reageert met een herstelreactie. Ook al zijn er weinig studies met prolotherapie verricht bij klachten van een springersknie, ook in andere pezen wordt prolotherapie toegepast met behoorlijk goed resultaat.
Een week na de injectie kan het gebied rondom de pees extra geirriteerd aanvoelen en dient weinig te worden belast (lang wandelen / sporten), bewegen is echter prima. Na deze week kan het belastingspatroon weer worden aangepast na dat van voor de injectie. In een periode van een week of 12 worden 2-3 injecties echogeleid gegeven. Vaak wordt geadviseerd naast de injectie ook aan oefentherapie te doen.
Hyaluronzuur injectie
Omdat hyaluronzuur de afbraak van peesweefsel remt, ontsteking vermindert en de opbouw van peesweefsel stimuleert is het niet verwonderlijk dat een recent overzichtsartikel liet zien dat peesklachten erdoor kunnen verminderen (Agostini 2022 J Back Musc Rehab).
Voor patellapeesklachten geldt dat een injectie met hyaluronzuur na enkele weken kan leiden tot minder pijn en dat dit daarna verder afneemt (Kaux Muscles, Ligaments and Tendons Journal 2019). Uiteraard is een injectie onderdeel van de therapie en staat niet op zichzelf. Te adviseren is dat naast de injectie ook altijd aan oefentherapie wordt gedaan. De injectie wordt na een echo van de patellapees toegepast. Eerst wordt een verdoving gegeven, waarna door hetzelfde naaldje de hyaluronzuur volgt.
Plaatjes-rijk plasma (ACP)
Er worden wisselende resultaten beschreven van een bloedinjectie bij een springersknie. Daarom zal deze injectie niet als eerste worden aangeraden. Mochten de klachten echt niet afnemen en ziet u een operatie niet zitten dan kan in overleg worden besloten een injectie met eigen bloed toe te dienen.
Bij een bloedinjectie wordt eerst bloed afgenomen uit de arm en wordt dit vervolgens in een centrifuge gestopt waarbij het plasma (geel uiterlijk) wordt gescheiden van de rode bloedcellen. In het plasma zijn na het centrifugeren de groeifactoren in het bloed geconcentreerd en deze hebben een ontstekingsremmend en weefselversterkend effect.
De injectie vindt echogeleid plaats en wordt 2-3 keer gedaan in een periode van 12 weken. Het is aan te raden naast de injecties ook oefentherapie voor de bovenbeenspieren en de patellapees te doen. Een week na de injectie wordt afgeraden te trainen omdat het zo kan zijn dat de pees wat extra gevoelig is. Na deze week is de oefentherapie weer te starten.
Corticosteroïden
Het doel van corticosteroïden is om irritatie van de patellapees te verminderen. Vaak lukt dit goed maar is het effect slechts van korte duur. Vaak is het effect na 2-3 weken merkbaar, maar nemen de klachten vanaf een week of 12 geregeld weer toe (Kongsgaard et al. Scand J Sci Med Sports 2009). Daarom wordt een injectie maar weinig toegepast.
De uitzondering is wellicht dat als oefentherapie bij een springers knie echt niet lukt dat dan eerst een injectie met corticosteroïden injectie gegeven zou kunnen worden om later training mogelijk te maken. Na een injectie wordt geadviseerd de eerste week helemaal niets aan sport te doen en dan langzaam weer uit te bouwen.